vrijdag 24 oktober 2014

4. PREPPY SPORTZ

Vorig weekend naar het prachtige Isle of Skye geweest. Hoogtepunten waren dolfijnen, Cuillin Hills en twee keer Indisch eten. Ook verbijsterende plaatsnamen: 


Wanneer je hier op campus rondloopt, kom je snel preppy sporten tegen. Het is moeilijk om ‘preppy’ naar het Nederlands te vertalen; snobistisch is meer een attitude van superioriteit op basis van stijl dan één bepaalde stijl. In Gent heb je minstens even veel snobisme van mensen die zich superieur voelen omdat ze geen preppy kledij dragen (anti-snob snobisme, snobception, is een bitter onderwerp voor een andere keer). 

Vroeger zag ik enkel op mijn tram naar huis (21 - Melle Leeuw represent) Bavo meisjes die met lange kousen en Napapijri zakken op weg naar hockeyclub Gantoise waren. Nu zie ik roeiboten die over de Dee rivier glijden, mensen op weg naar het lacrosse-en tennisveld en hoor ik dagelijks geroep van rugbywedstrijden. Lacrosse en hockey zijn net als tennis wel aan het dalen in preppiness. Denk aan 19e eeuw bourgeois tennis feestjes op gras; nu heeft elke proletariër een racket. Betreurenswaardige ontwikkeling.

(schilderij hangt in Aberdeen Art Gallery)

- De meest preppy sport is ongetwijfeld polo. Dit komt waarschijnlijk omdat je om het volwaardig te spelen 4 à 5 polo pony’s moet kunnen kopen en onderhouden; tijdens de 2 uur durende match moet je jouw uitgeputte pony’s regelmatig kunnen wisselen. Ook omdat Britse kolonialisten, de grootmeesters van prep, de sport uit India overgenomen en verspreid hebben in de late 19e eeuw-vroege 20e eeuw, misschien wel de meest preppy periode ooit. En 
omdat een polo speler het logo is van Polo Ralph Lauren, wiens POLOshirt het Gulden Vlies is van de Ivy Leaguer. Merkwaardig genoeg werd dit merk opgericht door een Joodse immigrant uit de Bronx die zeer weinig met polo te maken had. Sport is dan ook verbazingwekkend veel aanwezig in de iconografie van merkkledij. Hoe vaak zie je niet een rugby bal, croquet hamer of cricket bat in een Tommy Hilfiger reclame? Je kan niet aan Lacoste of Fred Perry denken zonder ook aan tennis te denken.














- Yachting/Zeevaart op de tweede plaats omdat je een boot en bootschoenen moet hebben. 
- Dan roeien => Oxford en Cambridge
- Squash/Racquetball omdat loeihard op een klein balletje slaan ideaal is om kaderlid/CEO frustraties te ventileren
- Vossenjacht: wat verouderd maar blijft stoer
- Golf: is ook niet meer wat het geweest is, maar je moet al een serieuze investering in golfclubs doen voordat je de loserz aan de driving range kan verlaten voor de echte course. Schotland is ook het land van golf: in de buurt van Aberdeen alleen al zijn er negen golfbanen.

Conclusiez

- sport en preppiness zijn intiem verbonden
- ik wil polo spelen, geen onderwater shit
- gisteren was het Diwali (= Indisch lichtfestival en inspiratie voor dancehall Diwali riddim, cfr. Never Leave You, Pon de Replay, Get Busy etc.)
- romboutjes > fish & chips




"Football is a gentleman's game played by thugs, rugby is a thug's game played by gentlemen" - mijn Schotse hallmate Geordie



maandag 6 oktober 2014

3. Apologie



Toch geen onafhankelijkheid voor Schotland, ik ontdekte dat er in Aberdeen 3  kerkgebouwen zijn die omgevormd zijn tot bars/casino’s, sektarisch en Triad geweld binnen studentenhomes begint op te flakkeren, alles goed met mij en mijn crew.

Een paar dagen geleden zag ik in de Belmont Filmhouse Mystery Train van Jim Jarmusch (1989). 

De driedelige film volgt drie verschillende verhalen die zich op eenzelfde dag in Memphis afspelen. Aangezien alle personages naar dezelfde radio-uitzending van een van mijn lievelingsnummers, Blue Moon, luisteren, wordt het nummer in de film zo niet één keer maar DRIE keer afgespeeld als een heilige Blue Moon triniteit. De geest van Köning Elvis spookt niet alleen de muziek, plot en gesprekken van de film, maar zweeft in een scene ook letterlijk rond in een hotelkamer. 


Sinds ik op mijn 10e het magisch realisme van Memphis zelf meemaakte, Elvis zijn, toegegeven, afschuwelijke woonplaats Graceland bezocht en hierna een cd van zijn nr. 1 hits eindeloos in de auto beluisterde, ben ik een grote liefhebber van Elvis.

Tegenwoordig wordt hij door meesten als een grap gezien; dik, kitscherig wit pak, vergane glorie, overdreven bakkebaarden, melige stem, gestorven op toilet. Zijn persoon is zodanig veel geparodieerd, zodanig afgewaterd, zo niet-tijdloos opgegaan in ons collectieve culturele canon (alliteratie trio) dat niemand hem nog serieus kan nemen. 33% procent van de Belgische bevolking noemt haar kind nog liever Adolfie dan Elvis (cijfers uit eigen statistisch onderzoek).

Maar Elvis is interessant om DRIE redenen:

1) Zijn leven is het prototype van de carrière en ondergang van de rock/pop icoon:
bescheiden afkomst => commerciële doorbraak => controverse => manische adoratie door fans, sekssymbool => muziek wordt geleidelijk zielloos en flets=> vergane glorie, wat voortsukkelen => niet-heroïsche dood => uitmelken van iconische status na dood. Denk aan een echt bekende muzikant, pas dit schema toe op zijn/haar carrière => kans is groot dat er veel gelijkenissen zijn. Zelfs al ze te jong sterven voor een tragisch verval zijn er gelijkenissen: hoe Elvis een lege betekenaar is geworden doet bv. denken aan hoe Kurt Cobain nu afgewaterd wordt tot een betekenisloos icoon op H&M T-shirts.

2) Elvis was vrij punk. Al werd hij in de ’70 de diplodocus van kitsch en de oude orde, Elvis van de jaren ‘50 was (samen met de andere eerste rock&rollers) radicaal door de manier waarop hij zich kleedde, gedroeg, zijn levenswijze etc. Zijn manier van dansen was toen expliciet, zijn nummers waren snel en hard en, beïnvloed door zwarte muzikanten, doorbraken raciale grenzen. Na de eerste rock and roll wave zou het  tot ’76 duren voordat er weer zo rauwe, simpele muziek dominant was in de mainstream.
Onder de slogan “every generation gets the Elvis it deserves” probeerde de, in garagerock kringen legendarisch, Extreme Elvis deze oorspronkelijk niet-conventionele spirit van Elvis levend te houden: http://youtu.be/rxfV1cO7xWQ?t=27s
3) Veel van zijn vroege muziek, zeker zijn Sun singles en eerste twee albums, is gewoon echt goed. Probeer zonder het beeld van dikke Elvis te luisteren naar zijn geschreeuw op Hound Dog, de gitaar van Mystery Train, de droefheid van  Don’t , de catchiness van That’s Alright Mama of Don’t Be Cruel. Zelfs in de vroege jaren ’60 zijn er nog goede momenten: zoals de epische parlando van Are You Lonesome Tonight of mijn lievelingsnummer toen ik 10 was: Stuck On You. Vermijd alles Las Vegas, Hawaï en ’70 gerelateerd.

Elvis leeft ook door via zijn kapsel die momenteel in een afgezwakte vorm meeste overpriced koffiehuizen vult. Bovendien keek ik naar een filmpje van een vroeg optreden van Elvis en ontdekte dit: kijk hoe Elvis danst van 9:37 tot 9:40 en dan 9:47 tot 9:50 



 Vergelijk dit nu met de “Running Man”, niet de hilarische Koreaanse variëteitshow,



maar een basis move in hiphop 


en van de Melbourne shuffle


==> Elvis was een proto-raver

Wat ik wil zeggen heeft de New York Times ooit al veel eloquenter en bondiger samengevat:
"All the talentless impersonators and appalling black velvet paintings on display can make him seem little more than a perverse and distant memory. But before Elvis was camp, he was its opposite: a genuine cultural force. ... Elvis's breakthroughs are underappreciated because in this rock-and-roll age, his hard-rocking music and sultry style have triumphed so completely."

Laten we eindigen met een Elvis triptiek: